Hoge Raad vs. A-G IJzerman: Is de Bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 in Strijd met het Gelijkheidsbeginsel?

Authors

  • Chantelle Senden

DOI:

https://doi.org/10.26481/marble.2014.v1.348

Abstract

De bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 (SW) voorziet in een vrijstelling voor ondernemingsvermogen. De SW bevat echter geen soortgelijke vrijstelling voor particulier vermogen. Is dit in strijd met het gelijkheidsbeginsel? De Rechtbank Breda besliste op 13 juli 2012 dat de bedrijfsopvolgingsregeling in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Ten gevolge van de vele bezwaren naar aanleiding van deze uitspraak is vervolgens het massaal bezwaar als bedoeld in artikel 25a AWR toegepast. De Hoge Raad heeft in het kader van dit massaal bezwaar proefprocedures gevoerd, waarbij hij heeft beslist dat de bedrijfsopvolgingsregeling niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Advocaat-Generaal (A-G) IJzerman heeft in zijn conclusies bij deze beslissing van de Hoge Raad echter geadviseerd dat de bedrijfsopvolgingsregeling in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Wie heeft ‘gelijk’? Is de bedrijfsopvolgingsregeling in strijd met het gelijkheidsbeginsel of niet?

Downloads

Published

2016-12-15